De geschiedenis van de Belgische openbare verlichting: de fluorescentielampen
De neonbuis
Voordat we beginnen te praten over deze technologie, moeten er enkele basisprincipes worden toegepast. De term "neonbuis", die door veel mensen wordt gebruikt, is zeer reducerend voor de werkelijke benaming. In feite bevatten fluorescentielampen, ook wel luminescentielampen genoemd, over het algemeen dit zeldzame gas niet. Neonbuizen daarentegen zijn een ander type gasontladingslamp in de kleur rood en maken geen gebruik van fluorescentie. Nu dat gezegd is, laten we verder gaan!

Wat is een fluorescentielamp
Een fluorescentielamp (of luminescent zoals eerder gezien) is een ontladingslamp die bestaat uit een lange glazen buis waarin een fluorescerend poeder is opgesloten dat langs de binnenwand is aangebracht, evenals twee elektroden die zich aan de uiteinden bevinden. Stoom van kwik onder lage druk wordt gemengd met een opsluitgas, meestal argon. In de openbare verlichting geven ze vaak een witachtige tint af, hoewel het mogelijk is om een meer oranje of blauwe tint te hebben.

De jaren 50: het begin
We zijn na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945), met de vernietiging van vele gebouwen en infrastructuren, het is tijd om dit alles te herstellen. De openbare verlichting maakt deel uit van deze reconstructie. De gloeilamp, de belangrijkste lichtbron in die tijd, is nu verouderd. De experts besluiten daarom een lichtbron te vinden die deze kan vervangen. De kwiklampen, die al in die tijd bestonden, verschijnen voor de verlichting van onze wegen. Er zijn veel voordelen voor hen: een laag verbruik, een bijna nul risico op verblinding, een langere levensduur en een zeer hoge kleurweergave.

Een Belgische verlichting maakt geschiedenis
Als de nieuwe "in" bron was gevonden, was het erg ingewikkeld om deze aan te passen voor de functie van buitenverlichting. Hiervoor presenteert een Luikse merk na grondige studies zijn oplossing. Les Constructions Électriques Schréder hebben een apparaat ontwikkeld dat de buis en de elektrische elementen beschermt tegen de elementen. Deze lamp was ook uitgerust met een glanzende reflector, om de best mogelijke efficiëntie voor optimale verlichting te bereiken. De naam van deze lamp: VP (synoniem voor Ville de Paris)

De ACEC komen terug
De Ateliers de Constructions Électriques de Charleroi betreden in de jaren '50 het domein van de openbare verlichting met een van hun allereerste armaturen: de REV. Hoewel deze opvallend lijkt op het Luikse apparaat, onderscheidt het Caroloregiënse merk zich door de afschaffing van de starters. Dit exemplaar is een groot succes in de regio Charleroi, evenals in de volledige provincies Henegouwen en Namen.

Een compacter verlichtingsarmatuur
Na het succes van de REV gaat ACEC verder met zijn opmars met een gloednieuwe verlichting, die veel minimalistisch is dan wat er op de markt was: de RQM. Dit apparaat biedt 3 series met 6 verschillende configuraties. Het wordt zeer snel in het hele land aangenomen, en dat tot het einde van de tak "openbare verlichting" van het merk in de jaren '90.

1958 : het succes
Dit jaar ontwerpen, Les Constructions Électriques Schréder DE grootste succes voor fluorescentielampen: de Schréder GN. Behalve voor de snelwegverlichting is deze armatuur overal te vinden, of het nu in een smal steegje is of op een brede boulevard. Het recept voor zijn succes: een gemakkelijke ontwerp voor onderhoud, maar ook zijn stijl die de langwerpige armaturen introduceerde in de jaren 60.

Brussel adopteert een mastodont
In 1959 ontwikkelde het Luikse merk een vrij imposante verlichting, vanwege het aantal fluorescentielampen dat erin kon worden geplaatst: de Schréder GP. Dit exemplaar werd alleen in Brussel verkocht, maar heeft de geschiedenis van de verlichting van de hoofdstad gemarkeerd. 5 buizen van 65W hebben vele grote boulevards verlicht, zoals die van de Kleine Ring, of in de Houba de Strooperlaan.

De verlichting van Herstal
Na Schréder en ACEC heeft een ander Luiks bedrijf besloten een armatuur te ontwerpen voor de landelijke verlichting. Électro-Lumière S.A (of ELSA) is erin geslaagd om bij de groten der aarde te komen met zijn exemplaar (momenteel zonder naam, we zullen het dus "Gruella" noemen). Het is verkocht in enkele gemeenten van de provincies Namen en Henegouwen, maar zijn grootste succes bevond zich in de provincie Luik.

De decoratieve verlichting
Er was niet alleen functionele verlichting voor fluorescentielampen, ACEC had een groot aantal armaturen ontworpen voor parken en kleine ruimtes door de lampen horizontaal te bevestigen. Dankzij deze methode zijn de artistieke mogelijkheden uitgebreid. De best verkochte exemplaren zijn de LEA en de LED van ACEC, die zich onderscheiden door hun unieke ontwerp.

1968 : Een nieuwe technologie
1968 markeert de komst van de allereerste armaturen voor hogedruknatrium (HPS), deze nieuwe technologie wordt al snel gewaardeerd ten opzichte van de afname van fluorescentielampen. Hoewel deze laatste een betere kleurweergave hebben, zijn hun levensduur en de opbrengst per lumen aanzienlijk lager dan deze nieuwe technologie. Vanaf 1980 besluiten Belgische fabrikanten te stoppen met de productie van armaturen voor fluorescentielampen.

1990 : De grote vervanging
Na meer dan 40 jaar trouwe dienst zijn er in de dorpen, langs de grote wegen, in de bedrijventerreinen, kortom overal, een groot aantal verlichtingsarmaturen vervangen... Sommige armaturen waren zeer energieverslindend voor hun gebruik en de gevraagde helderheid was niet aanwezig. Het meest voorkomende armatuur was de Schréder GN 340, die alleen al 120W verbruikte. Bovendien zijn er in de tussentijd nieuwe modellen ontworpen met een geheel nieuw design. De natriumtechnologie is gekozen voor deze vervanging, of het nu onder hoge of lage druk is. Het zijn voornamelijk de Schréder MC en de VZ die zijn gebruikt.

2015 : Het einde
In 2015 heeft Europa besloten om fluorescentielampen te verbannen (beperking "kwikarm verlichtingsarmatuur 0%"). Hierdoor vallen ook de armaturen voor fluorescentielampen onder deze maatregel. De laatste exemplaren die nog geïnstalleerd waren, zijn dus vervangen door nieuwe modellen voor hogedruknatrium, of door een nieuwe technologie die zijn eerste stappen zet in de openbare verlichting: de LED (Light-Emitting Diode). Dit jaar markeert dus definitief het einde van de armaturen voor TL-buizen op onze wegen.
